OVER MIJ 

ABOUT ME 

NEDERLANDS | NL | 

ENGLISH | EN |


Van kleins af aan.

From an early age.

Ik begon eraan van kleinsafaan. Of zoals het spreekwoord zegt:

Jong geleerd is oud gedaan.

 

Ik trek me terug in m'n atelier. Maar m'n atelier is meer dan een werkplek of knutselkotje. Het is mijn wereld. Een wereld waarin ikzelf de schepper ben. Want vanuit de onuitputtelijke bron van inspiratie ontstaat creatie. Het begint steeds met fantaseren, inbeelden , flarden van imaginaire mogelijkheden. Gevolgd door Schetsen en het uittekenen van groffe vormen tot de vonk een vurig proces aanwakkert.


Hout, metaal, leer, verzamelde eigenaardigheden of onherkenbaar verzamelde machineonderdelen.
Zo doende en op gevoel, de ruwe opbouw en stap voor stap kom ik steeds dichterbij een sculptuur. Waar langzaam maar zeker bezieling insluipt.

 

De aandacht van eigenzinnige verbeelding nooit een tweede keer hetzelfde. De verwezenlijking van bloed, zweet en tranen.


Hebben weer een beest op de wereld gezet. Mijn werk voelt nooit klaar. Maar ik laat het los. Want op dit eigenste moment. Terwijl u gefascineerd mijn werk staat te aanschouwen ben ik alweer bezig met opnieuw een creatuur te boutseren.

 

Het uniek exemplaar zijn of haar verhaal begint pas echt bij het vinden van een eigenaar.

I started doing it as a child. Or as the saying goes:

You're never too young to learn.


I retreat to my studio. But my studio is more than just a workplace or a craft room. It's my world. A world in which I am the creator. Because creation springs from an inexhaustible source of inspiration. It always starts with fantasizing, imagining, fragments of imaginary possibilities. Followed by sketching and drawing rough shapes until the spark ignites a fiery process.


Wood, metal, leather, collected oddities, or unrecognizable machine parts.
Working intuitively, the rough structure and step by step, I get closer and closer to a sculpture. Where slowly but surely inspiration creeps in.


The attention of a quirky imagination, never the same twice. The realization of blood, sweat, and tears.


We have brought another beast into the world. My work never feels finished. But I let it go. Because at this very moment. While you stand there fascinated, contemplating my work, I am already busy sculpting another creature.


The unique specimen's story only really begins when it finds an owner.



"Wat ik zie bestaat nog niet."

“What I see does not yet exist.”


Ik begin niet met toeval.
Ik weet wat ik ga maken voor ik het aanraak.
Het ontwerp zit volledig in mijn hoofd — als een ruimtelijk beeld, een driedimensionale tekening — nog vóór de eerste metaalplaat wordt gesneden.


Ik zie het voor me: de houding, de spanning, de verhouding tussen. Ik zie het voor me: de houding, de spanning, de verhouding tussen onderdelen.
De curve van een poot. De plaats van een scharnier. De uitsnede in een vizier.


Soms schets ik het op papier, maar meestal zit het al zó scherp in mijn hoofd dat het direct naar mijn handen kan.
Wat ik maak, zijn geen machines. Het zijn lichamen.
Geen mensen, geen dieren. Maar entiteiten met hun eigen logica:
🔧 Met gewrichten, maar zonder skelet.
🔧 Met een huid van metaal, maar toch poreus.
🔧 Met spanning, klaar om te bewegen.

Ook al zullen ze dat nooit doen.


Mijn materiaal is industrieel, maar mijn aanpak is organisch.
Ik bouw laag na laag, voeg toe, slijp weg, trek open, las dicht.
Alles wordt door mijzelf gemaakt — zonder tussenkomst van machines die mijn werk voorrekenen of vertalen.
Er is geen digitaal model, geen print, geen 3D-software.
Alleen mijn hoofd, mijn handen, mijn werkbank.


Elk werk is een fysieke vertaling van een vorm die ik al kende,
maar die pas zichtbaar wordt als ik het juiste materiaal vind.


Ik werk met metaal omdat het weerwerk biedt.
Omdat het fouten onthult. Omdat het geen excuses toelaat.
Maar ik voeg zachtere materialen toe — leder, kunststof, textiel —
omdat zelfs de hardste vorm iets kan verbergen, verleiden, verbloemen.
Mijn werken zijn post-anatomisch. Ze lijken op evolutionaire sprongen die niet plaatsvonden, of op overblijfsels van een technische droom.

En hoewel ze niet bewegen, hebben ze altijd een zwaartepunt. Een intentie. Een houding.

 

Ik bouw wat ik zie.
En wat ik zie, bestaat (nog) niet.

I don't start with chance.
I know what I'm going to make before I touch it.
The design is completely in my head—like a spatial image, a three-dimensional drawing—even before the first sheet of metal is cut.

 

I can see it in front of me: the posture, the tension, the relationship between. I can see it in front of me: the posture, the tension, the relationship between parts.
The curve of a leg. The location of a hinge. The cutout in a visor.

 

Sometimes I sketch it on paper, but usually it's already so clear in my head that it can go straight to my hands.
What I make are not machines. They are bodies.
Not people, not animals. But entities with their own logic:
🔧 With joints, but without a skeleton.
🔧 With skin made of metal, yet porous.
🔧 With tension, ready to move.
Even though they never will.

 

My materials are industrial, but my approach is organic.
I build layer by layer, adding, grinding away, pulling open, welding shut.
Everything is made by me—without the intervention of machines that calculate or translate my work.
There is no digital model, no print, no 3D software.
Only my head, my hands, my workbench.

 

Each work is a physical translation of a form I already knew,
but which only becomes visible when I find the right material.

 

I work with metal because it offers resistance.
Because it reveals mistakes. Because it allows no excuses.
But I add softer materials—leather, plastic, textiles—
because even the hardest form can hide something, seduce, conceal.
My works are post-anatomical. They resemble evolutionary leaps that never happened, or remnants of a technical dream.
And although they do not move, they always have a center of gravity. An intention. An attitude.

I build what I see.
And what I see does not (yet) exist.